Geen bewijzen, geen getuigen. Volgens Human Rights Watch lijkt de militaire rechtbank van Rabat enkel rekening te hebben gehouden met de bekentenissen van de beklaagden, die onder dubieuze omstandigheden werden verkregen.
Human Rights Watch heeft het vonnis bestudeerd, en stuurde op maandag een reactie de wereld in. Op basis van het vrijgegeven document concludeert de mensenrechtenorganisatie dat de militaire rechtbank enkel rekening lijkt te hebben gehouden met de bekentenissen, die volgens de beklaagden zelf door foltering werden verkregen.
“Het verlies van mensenlevens in Gdeim Izik is zeker betreurenswaardig, maar het Ministerie van Justitie heeft niet op geloofwaardige wijze kunnen aantonen dat de beschuldigden -, waarvan de meesten 26 maanden in voorhechtenis zaten - verantwoordelijk zijn voor het geweld”, zei Sarah Leah Whitson, directrice van de afdeling Midden-Oosten en Noord Afrika van Human Rights Watch. “Keer op keer hebben we gezien dat Marokkaanse procureurs bij politiek gevoelige processen geen materieel bewijs of getuigenissen kunnen voorleggen die de schuld van de beklaagden aantonen. Daarentegen worden eenvoudige bekentenissen aangevoerd die onder twijfelachtige omstandigheden werden verkregen”.
Het schriftelijke vonnis geeft geen details betreffende het bewijs waarop de rechter zich heeft gebaseerd om alle beklaagden te veroordelen. Aangezien geen enkel ander bewijsstuk vermeld word, lijkt het vonnis te zijn uitgesproken op basis van de bekentenissen die de beklaagden aflegden bij de politie. De beklaagden hebben steeds beweerd dat hun bekentenissen onder foltering werden afgenomen en dat ze vervolgens verplicht werden het proces-verbaal te ondertekenen zonder het gelezen te hebben. De militaire rechtbank verwierp echter het verzoek van de verdediging om de aanteigingen van de beklaagden te onderzoeken.
Human Rights Watch stelt ook dat geen enkele getuige tijdens het proces in staat bleek om ook maar één van de verdachten te identificeren als verantwoordelijk voor de gewelddaden. Het openbaar ministerie heeft tijdens het proces wapens voorgelegd die door de politie in beslag waren genomen in het Gdeim Izik kamp, maar kon geen enkel forensisch bewijs aanbrengen dat de beklaagden in verdenking stelt. Het enige element dat de beklaagden aan de wapens linkt, zijn de betwiste bekentenissen.
Buiten de bekentenissen heeft het openbaar ministerie geen enkel bewijs om de dood van politieagenten toe te schrijven aan één van de beklaagden. In de rechtzaal werden video’s en foto’s getoond over de gevechten die uitbraken bij de ontruiming van het Gdeim Izik protestkamp, maar in het vonnis is geen enkel spoor aanwezig dat aangeeft hoe dat beeldmateriaal de schuld van de beklaagde Saharanen aantoont. De video’s en foto’s tonen geweldscènes, maar geen enkele verdachte kan erdoor als dader geïdentificeerd worden.
Human Rights Watch eist dat de 25 Saharawi, waarvan er 9 tot levenslag werden veroordeeld, moeten worden vrijgelaten of berecht worden door een burgerlijke rechtbank.
“De Marokkaanse rechtbanken hebben zelf de geloofwaardigheid van het proces ondermijnd door burgers voor militaire rechtbanken te brengen, zonder rekening te houden met de internationale normen voor een eerlijk proces, en de beklaagden het recht op beroep te ontzeggen”.
Afrika's laatste kolonie
Sinds 1975 wordt drie kwart van de Westelijke Sahara bezet door Marokko. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking leeft vandaag nog steeds in vluchtelingenkampen in Algerije. Zij die in het thuisland achterbleven worden door de Marokkaanse bezetters onderworpen aan ernstige mensenrechtenschendingen. Al meer dan 40 jaar wachten de Saharawi op de uitoefening van hun legitiem recht op zelfbeschikking.
Bij ons weten het eerste collectieve werk over de juridische aspecten van het conflict omtrent de Westelijke Sahara. Beschikbaar in het Engels en Frans. Bestel het hier.