De gebeurtenissen hebben geen enkel precedent in het 10-jarige koningschap van Mohamed VI. Een Marokkaans militair tribunaal gaat zeven Sahrawi activisten, afkomstig uit de voormalige Spaanse kolonie de Westelijke Sahara, vervolgen voor “collaboratie met de vijand”. Men moet al haast 20 jaar terug gaan in de tijd, naar de periode van Hassan II, om zich te herinneren dat er in Marokko burgers berecht werden voor een militaire rechtbank.
De zeven – zes mannen en één vrouw – werden op 8 oktober aangehouden bij het verlaten van het vliegtuig dat hen van Algerije naar Casablanca had gebracht. Ze keerden terug van een bezoek van negen dagen aan de Sahrawi vluchtelingenkampen nabij Tindouf en aan de Algerijnse hoofdstad.
Onder de gearresteerden zijn twee bekende voormalig politieke gevangen, Brahim Dahane, voorzitter van ASVDH, een mensenrechtenorganisatie die gelieerd is aan het Frente Polisario, en Ali Salem Tamek, ondervoorzitter van CODESA, een organisatie met gelijkaardige doelstellingen maar die zich iets onafhankelijker opstelt van de onafhankelijkheidsbeweging.
Na enkele dagen aan politieverhoor onderworpen te zijn, verschenen allen afgelopen donderdag voor de rechter van de rechtbank van Casablanca, die zich onbevoegd verklaarde. Dezelfde dag nog werden ze voor de rechter van Rabat gebracht, die hen beschuldigde van “collaboratie met de vijand” en “het ondermijnen van de staatsveiligheid”.
Brahim Dahane kreeg vrijdag toestemming om zijn familie te bellen. Hij informeerde hen dat hij en zijn kompanen acht dagen in de kerkers van de gerechtelijke politie hadden doorgebracht. Drie van hen waren al die tijd geblinddoekt. Op het moment van het telefoontje waren ze in de gevangenis van Salé, een stad in de buurt van Rabat. Een militair had hen op de hoogte gesteld van de aanklachten tegen hen.
In theorie laat het Marokkaanse strafrecht toe de doodstraf uit te spreken voor hoogverraad, maar sinds 1993 is deze hoogste strafmaat niet meer uitgevoerd. De laatste terechtgestelde veroordeelde was commissaris Tabet, die 16 jaar geleden schuldig werd geacht de leiding te hebben over wijdverspreide prostitutienetwerken.
Mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International, Robert Kennedy Foundation en Olof Palme Center hebben de aanhouding van de zeven inmiddels streng veroordeeld. Ook Aminatou Haidar, de meest gekende Sahrawi activiste en voorzitster van CODESA, heeft de verscherping van de repressie aangeklaagd.
In Marokko zelf klinken heel andere geluiden: pers en politieke partijen laten zich unisono lovend uit over de aanhoudingen en de behandeling van de activisten, die ze als “verraders” of “afvalligen” bestempelen.
Samenvallend met de aanhoudingen, heeft het Hoogste Tribunaal van Marokko op vrijdag de straf tegen Le Journal, het meest prestigieuze Franstalige magazine, bevestigd. Het blad moet 250.000€ ophoesten aan ESISC, een Brussels studiecentrum. Deze beslissing betekent in de praktijk de sluiting van Le Journal.
Het ESISC, met aan het hoofd de Fransman Claude Moniquet, publiceerde in 2005 een studie die Polisario poogde te linken met terrorisme. Le Journal betwijfelde openlijk de objectiviteit van deze studie, waarop Moniquet hen voor de rechtbank van Casablanca sleepte en een schadevergoeding eiste die geen precedent kent in de persgeschiedenis van Marokko.
De op handen zijnde verdwijning van Le Journal is de zoveelste episode op de lange lijst van tegenspoed die sinds juli de onafhankelijke pers in Marokko treft. Donderdag werd Driss Chahtan, directeur van het Arabische magazine Al Michaal, in de cel gegooid. Zijn blad had het begin september aangedurfd iets te schrijven over de gezondheid van de koning. Nochtans had het paleis op 26 augustus zelf een persbericht rondgestuurd met de melding dat de koning omwille van buikgriep rust moest houden.
Begin deze maand sloot het Ministerie van Binnenlandse Zaken met één pennentrek het dagblad Akbar el Yaoum, dat een karikatuur had gepubliceerd van prins Moulay Ismael, neef van de koning, die toen net gehuwd was. Volgens het openbaar ministerie ging het om een aanslag op de eer van de koninklijke familie.
Afrika's laatste kolonie
Sinds 1975 wordt drie kwart van de Westelijke Sahara bezet door Marokko. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking leeft vandaag nog steeds in vluchtelingenkampen in Algerije. Zij die in het thuisland achterbleven worden door de Marokkaanse bezetters onderworpen aan ernstige mensenrechtenschendingen. Al meer dan 40 jaar wachten de Saharawi op de uitoefening van hun legitiem recht op zelfbeschikking.
Bij ons weten het eerste collectieve werk over de juridische aspecten van het conflict omtrent de Westelijke Sahara. Beschikbaar in het Engels en Frans. Bestel het hier.