“Vrede zij met u. Ik ben Malak Amidane, zus van de politieke gevangene El Ouali Amidan. Zoals u weet is mijn broer politiek gevangene, hij is twee maal opgepakt en werd de laatste keer tot 5 jaar gevangenis veroordeeld. Momenteel zit hij in de gevangenis.
Zelf ben ik een Sahrawi die zoals alle anderen opgepakt en gefolterd is in de gevangenis, en ook in onze huizen en op de markten. Dikwijls valt de politie onze huizen binnen en worden we gefolterd. De laatste keer, toen ze mijn oppakten, vielen ze binnen en hebben ze ons allemaal gefolterd: mijn moeder, mijn zussen en broers, mijn grootmoeder, mijn ooms en mijzelf.
Ons Sahrawi volk heeft het verzet nooit opgegeven, niet tegen Spanje en ook niet tegen Marokko. We zullen blijven vechten voor onze onafhankelijkheid. In 2005 begon de Intifada voor de onafhankelijkheid, waarin de hele bevolking deelnam: jong en oud, kinderen, vrouwen en mannen. Allen verenigd om ons legitiem recht op zelfbeschikking te verdedigen, alsook ons recht om in ons vaderland te leven. Kortweg verbieden de Marokkaanse autoriteiten ons om van onze rechten te genieten. Dagelijks lijden we onder de repressie: op straat, op de markten, tijdens onze studies. Er zijn dagen dat we ons in onze huizen opsluiten, we kunnen niet buiten gaan wegens de terreur waaronder de Sahrawi lijden.
Met betrekking tot de aanhoudingen, zelf ben ik bijvoorbeeld verschillende malen opgepakt sinds 2005. Ze pakken me op en folteren me, en ik was nooit de enige. Elke keer dat ze ons oppakken, folteren ze ons op verschillende manieren. De Marokkaanse politiek heeft als doelstelling dit volk te folteren, ze gebruiken verschillende methodes om ons te doen lijden en dan vooral de vrouwen.
Ik geef een voorbeeld. Mijn laatste arrestatie vond drie maanden geleden plaats tijdens een zitactie ter herdenking van de martelaar Hamdi Lambarki. In onze wijk Hay Liaach hielden we een vreedzame zitactie, we hadden de nationale vlaggen en foto’s van de martelaren, waaronder een foto van El Ouali Mustafa Sayyed, maar ook van Basiri, Hamdi Lambarki en Abachej Lakhlifi. De vrouwen droegen zwarte en witte gewaden. We herhaalden nationalistische slogans en eisten de vrijlating van de politieke gevangenen. We riepen het volk op om zijn strijd voort te zetten door middel van de intifada voor de onafhankelijkheid en vroegen Marokko om het gebied van de Westelijke Sahara te verlaten.
Naar gewoonte kwam de politie bruut tussen. Het was een vrijdag. Veel mensen werden aangehouden, waaronder ikzelf. Ze vielen ons huis binnen en hielden alle aanwezigen aan: mijn moeder en onderveer 15 anderen (vrienden en familieleden). Ze namen ons mee naar het commissariaat van de Marokkaanse politie en folterden ons op wrede wijze. Ze trokken onze kleren uit en lieten ons naakt achter. Handen en voeten werden vastgebonden en we werden geblindoekt. Toen begonnen ze ons te folteren. Ze bonden ons op stoelen vast en we werden continue geslagen. Maar dat zal onze strijd en verzet niet doen ophouden. De Sahrawi blijft vechten tot de onafhankelijkheid, zowel de vrouwen als de mannen. Wij delen deze strijd voor onze vrijheid. We doen al het mogelijke om Marokko uit ons vaderland buiten te werken.
Marokko probeert elke stem het zwijgen op te leggen, terwijl de Sahrawi hun lijden proberen uit te drukken. Marokko poogt onze mensenrechtenactivisten te doen zwijgen, ze verbieden ons van deze activisten te ontmoeten. En wanneer ze ons vasthouden, verkrachten en folteren ze ons: enkelen zijn levend begraven op afgelegen plaatsen. Maar dat verandert niets aan de strijd van de Sahrawi, godzijdank.
Zoals de rest van het Sahrawi volk, ben ik meermaals bedreigd en al vaak opgepakt. Ze dreigden me te verkrachten en me te deporteren naar andere plaatsen. Mijn familie wordt vaak onder druk gezet. Ons loon wordt afgepakt, mijn broer El Ouali wordt vastgehouden, mijn zus Rabab werd ook meermaals opgepakt, wat de studies ernstig verstoord. Zelf werd ik ontslagen. Ik werkte bij een organisatie die ACROS MAROC heet. De bazen zijn buitenlanders. De directrice werd onder druk gezet. Ik werkte als leerkracht Arabisch en Frans, en ik gaf ook les aan buitenlanders. De Marokkaanse autoriteiten dreigden de organisatie te laten sluiten, dus was er geen andere uitweg dan mij te ontslaan. Momenteel kan ik nergens werken.
Maar het Sahrawi volk maakt zuch niet druk om bijzaken zoals het werk of aanhoudingen of ontvoeringen, we lijden immers al sinds de Spaanse periode. We maken ons ook niet druk om gelijkaardige zaken die ons willen verhinderen om onze doelstellingen, onze vrijheid en onafhankelijkheid, na te streven. Zoals het gezegde wil; zolang iemand het verdedigt, gaat het recht niet verloren. Ik dank u. Leve het Sahrawi volk.”
Afrika's laatste kolonie
Sinds 1975 wordt drie kwart van de Westelijke Sahara bezet door Marokko. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking leeft vandaag nog steeds in vluchtelingenkampen in Algerije. Zij die in het thuisland achterbleven worden door de Marokkaanse bezetters onderworpen aan ernstige mensenrechtenschendingen. Al meer dan 40 jaar wachten de Saharawi op de uitoefening van hun legitiem recht op zelfbeschikking.
Bij ons weten het eerste collectieve werk over de juridische aspecten van het conflict omtrent de Westelijke Sahara. Beschikbaar in het Engels en Frans. Bestel het hier.