Derde scheepvaartmaatschappij op rij verlaat Westelijke Sahara
De voorbije zes maanden hebben drie 'Noorse' scheepvaartmaatschappijen bevestigd niet langer zaken te willen doen in de Westelijke Sahara. Alle drie waren betrokken in het transporteren van fosfaten.
In november 2007 besloot de firma Arnesen Shipbrokers zijn activiteiten in het gebied stop te zetten, gevolgd door R-Bulk en Jinhui in mei dit jaar. Jinhui is een in Hong Kong gebaseerde scheepvaartmaatschappij, maar staat geregistreerd op de beurs van Oslo.
Het fosfatentransport uit de Westelijke Sahara, waarin de drie maatschappijen betrokken waren, gaat in tegen een advies van het Noorse ministerie van buitenlandse zaken. Hierin worden economische activiteiten in de Westelijke Sahara om ethische redenen afgeraden.
De fosfaathandel uit Westelijke Sahara is erg controversieel en zeer waarschijnlijk een schending van het internationaal recht. Het geeft de Marokkaanse overheid de kans om geld te verdienen op basis van een illegale bezetting, en biedt Marokkaanse burgers de kans zich in het gebied te vestigen.
De internationale fosfaatprijzen zijn sinds april 2007 fel de hoogte in gegaan: van 50 dollar per ton naar maar liefst 400 dollar. De jaarlijkse inkomsten die de Marokkaanse fosfaatindustrie van de Westelijke Sahara afroomt, zouden ongeveer 1.2 biljoen dollar bedragen.
Afrika's laatste kolonie
Sinds 1975 wordt drie kwart van de Westelijke Sahara bezet door Marokko. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking leeft vandaag nog steeds in vluchtelingenkampen in Algerije. Zij die in het thuisland achterbleven worden door de Marokkaanse bezetters onderworpen aan ernstige mensenrechtenschendingen. Al meer dan 40 jaar wachten de Saharawi op de uitoefening van hun legitiem recht op zelfbeschikking.
Bij ons weten het eerste collectieve werk over de juridische aspecten van het conflict omtrent de Westelijke Sahara. Beschikbaar in het Engels en Frans. Bestel het hier.