De oude Elaissa ziet voor het eerst in 30 jaar haar zoon en dochter terug. Al die jaren werd ze van hen gescheiden door een muur, mijnenvelden, en een politieke impasse die steeds uitzichtlozer lijkt. Het verhaal van een Sahrawi familie, voor Metro in een artikel gegoten door Jannie Schipper.
Tienduizenden vluchtelingen op winderige vlakte in AlgerijeDe oude Elaissa Bachir Ahmad wijst een kind terecht en spoort haar gasten aan om te eten. Intussen biggelen de tranen over haar wang. Tegenover haar zitten haar dochter Baouba (54) en haar zoon Mohammed (34). Zij ziet hen voor het eerst in dertig jaar terug. Toch wonen Baouba en Mohammed maar 500 kilometer verderop.
Op een winderige zandvlakte in Algerije leven al dertig jaar tienduizenden vluchtelingen in vrijwel volledige afhankelijkheid van buitenlandse hulporganisaties. Toen Spanje zijn voormalige kolonie in 1975 verliet, brak een bloedige strijd uit tussen Marokko en het Front Polisario dat onafhankelijkheid eiste. Ook Mauritanië was eerst nog partij, maar die zag in 1979 van zijn claims op het gebied af. In 1991 arrangeerde de VN een wapenstilstand. Er zou een referendum komen. Dat gebeurde echter nooit. Momenteel wordt een zoveelste wanhoopspoging gedaan de partijen tot elkaar te brengen in het conflict over wat wel ‘de laatste kolonie van Afrika’ wordt genoemd. VN-gezant Peter van Walsum, een Nederlander, sloot in maart de vierde van een serie vruchteloze onderhandelingsrondes af met de belofte van een nieuwe ronde op een “nader te bepalen datum”.
Volgens Polisarioleider Mohammed Abdelaziz is een door Marokko ingediend autonomieplan “niet serieus te nemen”. De Marokkanen beschuldigen Polisario en diens steunpilaar Algerije er op hun beurt van de onderhandelingen te blokkeren. Intussen pompt de Marokkaanse regering geld in het gebied dat zij onder haar hoede heeft, zo'n viervijfde van het totaal. Buitenlandse bedrijven en overheden investeren in toeristische projecten in woestijnsteden als Laayoune en Dakhla, al erkennen ze Marokko's claims niet. Manifestaties van Sahara-activisten in Marokko, die een ‘intifada’ zeggen te voeren, worden hardhandig de kop ingedrukt.
7 kilo meel, olie, 1 kilo suiker, 1 kilo linzen, water, 1 kilo rijst, af en toe verse groenten. Een kampbewoner somt de maandelijkse voedselrantsoenen op. De Saharavluchtelingen zijn voor hun dagelijkse benodigdheden grotendeels aangewezen op hulp, al zijn er mensen met een - bescheiden - inkomen, dankzij familieleden in het buitenland, (smokkel-)handel of baantjes bij internationale hulporganisaties. Naast instellingen als VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR en het World Food Program zijn er bilaterale projecten. Veel kinderen gaan in de zomervakantie naar Spaanse gezinnen, sommigen studeren in Cuba of Algerije. Tot de wapenstilstand was het kamp, dat al jaren door Polisario wordt geregeerd, een militaire maatschappij. Terwijl het overgrote deel van de mannelijke bevolking aan het front was, hielden vrouwen de samenleving draaiende. De overgang naar een burgermaatschappij is niet voor iedereen even makkelijk. Sinds er niet meer wordt gevochten, is wachten het enige wat er te doen is. “Al heb ik nog zo veel ideeën, de routine is dodelijk”, zegt een kampbewoner. “Wat je vandaag bedenkt, ben je morgen weer kwijt.” Volgens een medewerker van een hulporganisatie wordt de humanitaire situatie in de kampen steeds nijpender door de langdurige stagnatie. De omstandigheden veroorzaken ge-zondheidsproblemen als ondervoeding, ademhalingsmoeilijkheden en bloedarmoede.
Als Baouba en Mohammed uit de auto van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR stappen, slaken de aanwezige vrouwen hoge jubelkreten. Meisjes hebben hun haar voor de gelegenheid gevlochten en de vlaggen hangen uit. De vrouwen zitten in een grote feesttent bij elkaar, Mohammed verdwijnt na het begroeten van zijn moeder naar de mannentent. Er wordt gegeten, gedanst en gekletst. Aizaz (29) ziet haar broer en zus vandaag voor het eerst. Ze kent geen ander leven dan dat in het vluchtelingenkamp, want zij zat nog in de buik van Elaissa toen deze vluchtte voor het geweld. De andere kinderen gingen aan de hand mee tijdens de voettocht door de woestijn. Een tweejarig zusje stierf onderweg. Baouba, Mohammed en hun vader bleven achter in de stad Laayoune, in het door Marokko geregeerde gedeelte van de Westelijke Sahara. Tussen de gezinsleden ligt een met mijnen gevulde en door militairen bewaakte zandmuur. In 2004 startte de UNHCR een project waarbij mensen uit de kampen hun familie aan de Marokkaanse kant van de muur een vijfdaags bezoek kunnen brengen en andersom. Bijna vijfduizend Saharabewoners maakten gebruik van deze mogelijkheid. Duizenden mensen staan nog op een wachtlijst.
Bouaba en haar broer gaan over vijf dagen terug naar Laayoune. De kans dat hun oude moeder haar geboortestad en haar kinderen daarna nog terugziet, lijkt met de dag kleiner te worden, het verlangen naar ‘een onafhankelijk vaderland’ alleen maar groter.
Zoals het gedicht uitdrukt van medekampbewoner Aziz Haydar:
Oh zag ik maar het geel van de duinen van Laayoune en de monding van de stroom liever dan te rusten in het oosten of te reizen naar het westen Liever dan het aardse paradijs.
Afrika's laatste kolonie
Sinds 1975 wordt drie kwart van de Westelijke Sahara bezet door Marokko. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking leeft vandaag nog steeds in vluchtelingenkampen in Algerije. Zij die in het thuisland achterbleven worden door de Marokkaanse bezetters onderworpen aan ernstige mensenrechtenschendingen. Al meer dan 40 jaar wachten de Saharawi op de uitoefening van hun legitiem recht op zelfbeschikking.
Bij ons weten het eerste collectieve werk over de juridische aspecten van het conflict omtrent de Westelijke Sahara. Beschikbaar in het Engels en Frans. Bestel het hier.