Frontpage          Over de Solidariteitsgroep          Contacteer ons          Steun ons     








Nieuwsarchief 2012/13
Nieuwsarchief 2011
Nieuwsarchief 2010
Nieuwsarchief 2009
Nieuwsarchief 2008



De Solidariteitsgroep is lid van Western Sahara Resource Watch


Stop EU visserij in de Westelijke Sahara



Registreer voor onze nieuwsbrief:







BASF weigert "expertenopinie" vrij te geven
basf_flags_510.jpg

BASF, de Duitse Chemiereus die begin oktober fosfaten importeerde uit de Westelijke Sahara, schrijft dat ze “volledig overtuigd waren dat de activiteiten van OCP in Boucraa, zoals de aankoop van de vervangende levering, in overeenstemming waren met het internationale recht”. Toen WSRW vroeg om een kopie van het gespecialiseerde advies waarop de beslissing tot aankoop was gebaseerd, weigerde BASF dat, maar verwees WSRW door naar een Amerikaans advocatenbureau voor verder informatie.
Printer version    
Begin oktober ontdekte de Belgische tak van WSRW, Solidariteitsgroep Westelijke Sahara, dat de Belgische vestiging van het Duitse chemieconcern BASF een illegale lading fosfaten uit de mijn van Bou Craa (Westelijke Sahara) importeerde via de haven van Gent.

WSRW vroeg samen met voormalig europarlementslid Margot Kessler in een brief aan BASF om hun rol hierin te verduidelijken. Gevraagd of men op de hoogte was van het onethische karakter van zulke handel, verklaarde BASF dat het om een geïsoleerd geval ging en dat het niet de bedoeling was dat dit nog zou gebeuren in de toekomst.

BASF geloofde echter dat de activiteiten en operaties van hun Marokkaanse zakenpartner, het OCP, ten goede kwamen aan de lokale bevolking van de bezette Westelijke Sahara, en dat ze - vreemd genoeg - conform het internationaal recht waren. Deze conclusie was gebaseerd op wat BASF omschreef als een "expertenopinie".

Omdat BASF nog niet had geantwoord op de vragen van WSRW, werd er op 6 november 2008 een nieuwe brief verzonden naar de hoofdzetel van het bedrijf, waarin de vragen nog eens werden herhaald. Tegelijktijd vroeg WSRW om een kopie van de zogenaamde expertenopinie. U kan de brief aan BASF hieronder lezen.

WSRW gelooft dat de economische activiteiten van Marokko in de bezette gebieden van de Westelijke Sahara enkel hebben bijdragen tot de systematische marginalisering van de Sahrawi in de fosfaatindustrie, zoals al duidelijk werd aangetoond in het rapport van France Libertés.

In verband met de wettelijkheid van de activiteiten van OCP, verwees WSRW naar de talrijke VN-resoluties en naar de behandeling door de VN van de Westelijke Sahara als een niet-autonoom gebied. De brief besluit als volgt: "Door de toekenning van het statuut van niet-autonoom gebied, betekent elke economische activiteit door de bezettende macht die de belangen en de wil van de lokale bevolking negeert, een inbreuk op de internationale wetgeving. Vermits alles erop wijst dat de activiteiten in deze zone niet in overeenstemming zijn met de behoeften en verlangens van de plaatselijke bevolking, zien wij niet in hoe de activiteiten van OCP enigszins kunnen sporen met het internationale recht."

Op 19 november ontving WSRW een brief van Anne Forst van BASF, die stelde dat "wij u spijtig genoeg geen kopie kunnen bezorgen van het gespecialiseerde advies, dat wij ontvingen van OCP." Mevr. Forst raadde WSRW aan om het Amerikaanse advocatenbureau Covington & Burling te contacteren voor meer informatie.


Brief mevr. Anne Forst aan de internationale coördinator van WSRW, Catherine Lewis
19 november 2008


Geachte mevr. Lewis,

Ik dank u voor het rapport van de Stichting van Danielle Mitterand, France Libertés. Ik hoop dat u begrijpt dat, omwille van concurrentie, wij niet in detail kunnen antwoorden op uw vragen. BASF gebruikt fosfaten als primair bestanddeel voor de productie van kunstmest. De fosfaten uit de Westelijke Sahara van OCP vormden een éénmalig vervangende levering uit dit gebied.

Wij kunnen u spijtig genoeg geen kopie bezorgen van het gespecialiseerde advies dat wij ontvingen van OCP. De persoon die in deze kwestie dient te contacteren voor meer informatie over de activiteiten van OCP in de Westelijke Sahara is de heer Derek Ludwin van Covington & Burling LLP, Washington D.C.20004. E-mail: dludwin@cov.com


Hoogachtend,
Anne Forst
Centrum voor duurzaamheid, BASF


Brief van Mevr. Margot Kessler aan mevr. Anne Forst, BASF
6 november 2008


Ter attentie van mevr. Anne Forst, Centrum voor Duurzaamheid, BASF

Geachte mevr. Forst,

Ik wil u hartelijk danken voor uw snelle antwoord, de dato 30 oktober 2008, op onze brief waarin we vroegen om een verduidelijking wat betreft de levering van fosfaten aan BASF, afkomstig uit de mijnen van Bu Craa uit de bezette gebieden van de Westelijke Sahara.

Dit bewijst voor ons dat BASF deze kwestie ernstig neemt, hetgeen we zeer waarderen. We zijn verheugd nota te kunnen nemen dat uw onderneming verklaart geen verdere import uit de bezette gebieden van de Westelijke Sahara te zullen ondernemen. Wij verstaan dat BASF geen gebruik zal maken in de toekomst van deze illegale grondstoffen.

We zouden echter opnieuw enkele van onze vragen willen stellen, omdat wij menen dat hierop een antwoord nodig is.
Klopt het dat ontvangen volume van fosfaten 25 000 ton bedroeg?
We begrijpen uit uw brief dat de levering een geïsoleerd geval was. Kan u bevestigen dat dit de enige keer was dat BASF fosfaten importeerde uit deze mijnen in de afgelopen 5 jaar? Indien niet, gelieve ons de voorgaande leveringen te preciseren naargelang volume en datum van ontvangst.
In welke vestiging verwerkt BASF deze fosfaten?
Is het eindproduct uitsluitend bestemd voor de Belgische markt, of wordt er geëxporteerd naar andere markten?

Wij willen opnieuw beklemtonen dat het onze intentie geenszins is om BASF te schaden. We denken veeleer dat transparantie het beste beleid is in controversiële kwesties, zoals deze import uit illegaal bezette gebieden.

U verwijst in uw brief naar een gespecialiseerd advies dat aantoont dat de opbrengst van de activiteiten van OCP ten goede komt aan de bezette gebieden van de Westelijke Sahara. Zou u ons een kopie kunnen bezorgen van dat document?

De conclusies van het advies waarnaar u verwijst blijken tegenstrijdig met onze bronnen, zoals het rapport van de Stichting van Danielle Mitterand, France Libertés. Het rapport is gebaseerd op een diepgaand onderzoek ter plaatse dat duidelijk aantoont dat de economische activiteiten van Marokko in de bezette zone van de Westelijke Sahara in geen enkel opzicht ten goede komt aan de lokale bevolking. Integendeel, de Sahraouis worden systematisch gemarginaliseerd in de fosfaatindustrie.

De delegatie van France Libertés heeft 200 voormalige mijnwerkers gesproken uit de Saharaanse mijnen. Zij verklaarden allen te hebben geleden onder verschillende schendingen van hun socio-economische rechten. Het rapport verklaart dat, wat betreft degenen die nog werkten voor de mijnbedrijven, “deze Saharaanse arbeiders geen enkele of bijna geen kans maakten op een mogelijke promotie, maar dat zij echter in de laagste loonklasse tewerk werden gesteld zonder enig reden of aanleiding.” Wij voegen hierbij een kopie toe van het rapport ter consultatie.

Ten slotte verwijzen we naar de talrijke resoluties van de Verenigde Naties en het feit de dat VN de Westelijke Sahara reeds lang beschouwt als een niet-autonoom territorium. Wanneer dit statuut wordt toegekend, betekent dit dat elke economische activiteit die wordt ondernomen door de bezettende macht in dat territorium en niet ten goede komt aan de rechten en belangen van de lokale bevolking een schendig is van de internationale wetgeving. Vermits alles erop wijst dat de activiteiten van OCP in dit gebied niet in overeenstemming zijn met de belangen en rechten van de inwoners, zien wij niet in hoe men kan verklaren dat er een overeenstemming is tussen de activiteiten van OCP en de internationale wetgeving.

Wij nemen deze gelegenheid te baat om u het boek “Internationaal Recht en de kwestie van de Westelijke Sahara”, gepubliceerd door het Internationaal Platform van Juristen voor Oost-Timor in 2007.

In afwachting van uw antwoord, groet ik u hartelijk


Margot Keßler
Voormalig Euro-parlementslid

Cate Lewis
Internationale Coördinator
Western Sahara Resource Watch



    

Top




NL  NL EN FR
Afrika's laatste kolonie
Sinds 1975 wordt drie kwart van de Westelijke Sahara bezet door Marokko. Een groot deel van de oorspronkelijke bevolking leeft vandaag nog steeds in vluchtelingenkampen in Algerije. Zij die in het thuisland achterbleven worden door de Marokkaanse bezetters onderworpen aan ernstige mensenrechtenschendingen. Al meer dan 40 jaar wachten de Saharawi op de uitoefening van hun legitiem recht op zelfbeschikking.
BOEK: International Law and the Question of Western Sahara

tn_pedro_book_510.jpg

Bij ons weten het eerste collectieve werk over de juridische aspecten van het conflict omtrent de Westelijke Sahara. Beschikbaar in het Engels en Frans. Bestel het hier.